Wat is het Zwitserse systeem?

In de meeste schaaktoernooien zul je waarschijnlijk horen dat de organisatoren het "Zwitserse systeem" gebruiken om paren te bepalen. Vrijwel elk toernooi waaraan een clubleden deelnemen, maakt gebruik van dit systeem, met uitzondering van incidentele round-robin-evenementen. Hier is een korte blik op hoe dit populaire toernooiformatine werkt.

Basisprincipes van Zwitsers systeem

Het Zwitserse systeem werd voor het eerst gebruikt in een schaaktoernooi in Zürich in 1895, en zo verdiende het zijn naam.

In een Zwitsers-systeemtoernooi worden spelers nooit geëlimineerd. In plaats daarvan worden spelers in elke ronde gekoppeld. Het aantal rondes is vooraf bepaald en de winnaar is de speler die aan het einde van het toernooi de meeste punten verdient. Spelers verdienen meestal een enkel punt voor een winst en een half punt voor een gelijkspel, hoewel andere scoringssystemen mogelijk zijn. In elke ronde is elke speler gekoppeld aan een tegenstander die hetzelfde of een vergelijkbaar aantal punten in het toernooi heeft.

Aanvullende regels en variaties

In een Zwitsers-systeemschaaktoernooi proberen organisatoren elke speler aan het einde van het evenement een vergelijkbaar aantal witte en zwarte spellen te geven. Organisatoren rangschikken spelers in elke groep volgens een beoordelingssysteem waarbij spelers worden gescheiden in een bovenste en onderste helft. Spelers in de bovenste helft van elke groep worden dan gekoppeld aan de onderste helft van elke groep.

Als er bijvoorbeeld zes spelers in de best scorende groep zitten, speler nummer

1 speelt tegen speler nr. 4, speler nr. 2 wordt gespeeld tegen speler nr. 5 en speler nr. 3 wordt geconfronteerd met speler nr. 6. Dit systeem staat technisch bekend als het "Nederlandse systeem", volgens FIDE , de internationale schaakbond. Maar deze koppelingsmethode wordt nog steeds beschouwd als onderdeel van het Zwitserse systeem en is de meest gebruikelijke vorm van koppelen in Zwitserse toernooien.

Een andere paringsvariant van het Zwitserse systeem is het Monrad-systeem, dat vaak wordt gebruikt in toernooien in Noorwegen en Denemarken. In dit systeem zijn de paringen iets anders dan in het Nederlandse systeem. In deze zelfde groep van zes personen, bijvoorbeeld, zou speler nummer 1 gepaard gaan met speler nr. 2, speler nummer 3 zou tegenover speler nr. 4 staan ​​en speler nummer 5 zou tegen speler nr. 6 zijn. .

De winnaar bepalen

Bij beide koppelingsmethoden kunnen spelers niet meer dan één keer dezelfde tegenstander spelen in hetzelfde toernooi. Bij grotere evenementen wordt het spelers van dezelfde club of school vaak belet elkaar in vroege ronden of in wedstrijden te spelen die geen implicaties hebben voor het uitreiken van prijzen. Aan het einde van het toernooi worden spelers gerangschikt op basis van hun cumulatieve scores. Als er een gelijke stand is, wordt de winnaar bepaald door het totaal van de scores van zijn tegenstanders. De definitieve ranglijst, voor de tweede, derde plaats, vierde plaats enzovoort, wordt op dezelfde manier bepaald.